[pic=4_1242640004.jpg]De mannen van AC Herentals 1 trokken met een bang hartje naar Naimette voor de interclub in de nationale afdeling. Zoals de meeste edities zou het een strijd voor behoud worden. Een vijfde plaats, zoals de vrouwen een dag eerder , zou ver buiten bereik liggen. De afwezigheden van Guy Raeymaekers (110 horden en polsstok) en Tom Van Rooy (3000) waren de voornaamste aderlatingen voor de ploeg.De dag begon bibberend maar met goede afloop in het hamerslingeren. Tim Van den Schoor opende met twee ongeldige pogingen. De derde worp ging echter een uitstekende 50m24 ver. Topfavorieten Nicolas Pierre en Bart De Backer slaagden er niét in hun hamer op deftige wijze het veld in te krijgen, zodat voor Tim de weg naar de tweede plaats open lag. Vervolgens spoedde hij zich naar het speerwerpen. 47m41 leverde daar de achtste plaats op.In het eerste loopnummer van de dag maakte eerstejaars junior Ranec Cool zijn interclubdebuut bij de grote jongens. 62”15 over 400 horden is voor Ranec een degelijke, maar niet uitzonderlijke tijd. Hiermee werd hij elfde.Ook Kris Wuyts leverde ons twee punten op. Tijdens de opwarming geraakte hij niet over 1m70, de aanvangshoogte. In de wedstrijd sprong hij er gelukkig wel over, bij zijn eerste poging. De lat trilde van genot. Meer zat er voor Kris deze keer echter niet in.Omdat het verspringen niet op tijd begon paste Kristof Beyens voor zijn eerste poging en concentreerde zich op de 100. De snel gestarte Damien Broothaerts maakte het hem knap lastig, maar Kristof won, met lichte tegenwind, in 10”55. Even uitpuffen en dan snel 7m27 ver springen. Dit bleek al gauw genoeg voor de zege, zodat Kristof het bij deze ene poging hield.Benny Vermeiren ging in het polsstokspringen over 3m00 (de officials bleken soepel met de aanvangshoogte). 3m60 was te hoog gegrepen, al was het een paar keer nipt. Benny eindigde het concours als tiende.Zoals het een goede werper betaamt nam ook Stefan Beyens twee nummers voor zijn rekening. In stevig gezelschap stootte hij de kogel 14m32 ver. Goed voor de derde plaats. Discus is zijn ‘mindere’ proef, maar de 40m76 uit zijn laatste poging (Stefans handelsmerk) bracht hem wel naar plaats zeven.Ondertussen cirkelden we rond de zesde plaats in de tussenstand, met een vrij grote voorsprong op de degradatieplaatsen. Onze twijfels vooraf bleken dus ongegrond. We konden voor de verandering eens genieten van een rustige namiddag interclub.Brian Van den Bossche en Jo Prims namen de halve fond voor hun rekening.Op de 800 nestelde Brian zich na de start op de tweede plaats. Hij kwam mee door in 55”, maar moest aan de overzijde van de piste verschillende atleten laten passeren. Uiteindelijk was hij ontgoocheld over zijn 1’54”39 en bijhorende achtste plaats.Voor Jo was het aangegeven tempo op de 1500 iets te snel en hij liep dan ook een verre van ideale koers. Met zijn 4’02”59 en negende plaats deed hij wat hij kon.Bert Cordeel mocht op de 200 in de snelste reeks aantreden, maar dan wel vanuit baan twee. Niet ideaal, maar Bert liet toch een knap persoonlijk record van 22”12 optekenen. Goed voor de zesde plaats.Johan Wils ontgoochelde niet als vervanger van Tom Van Rooy. Hij belandde al gauw in een groepje van drie dat streed voor de zesde plaats. Johan pakte het taktisch goed aan en liet zijn metgezellen ruim een ronde voor de finish in de steek. Zijn tijd van 8’51”12 was van ondergeschikt belang.Benny Vermeiren was de Chinese vrijwilliger om de hoge horden aan te pakken. Dat ging eigenlijk nog vrij goed. 19”56, tiende plaats, en Jonathan N’Senga geklopt.Robbert Van Peer had een duidelijk afgelijnd doel in het hinkstapspringen: in de zandbak landen. Mislukken zou vooral lichamelijk pijnlijk zijn. Robbert slaagde keurig in zijn missie. 11m77 ver en de elfde plaats.Van Pete Coley werd een podiumplaats op de 400 verwacht. Hij werd al snel bijgehaald door olympiër Arnaud Ghislain. In de laatste bocht kroop hij weer iets dichter, maar uiteindelijk kon hij Ghislain niet meer bedreigen. De elf punten waren binnen, maar Pete was niet tevreden met zijn tijd van ongeveer 48” (exacte uitslag nog niet bekend).Vaste waarde Bart Lieckens liep een sterke 5000. Het grootste deel van de wedstrijd vertoefde hij in het gezelschap van zes atleten die de plaatsen vier tot negen zouden verdelen. Na drie kilometer gaf de klok 9’02 aan. Met een goede tactiek en een portie zelfpijniging finishte hij knap vijfde in 15’07”3.Pieter Van Dyck was de laatste die in een individueel nummer aan de slag moest. In de altijd zware 3000 steeple draaide hij niet zoals hij zelf zou willen, en moest (mede door ziekte in het begin van de week) tevreden zijn met 10’06”72 en twee punten.Voor de start van de aflossingen stond AC Herentals zevende, een half punt achter SMAC. Dit jaar mochten we eens aantreden in de sterkste reeksen (na 13 proeven was ACHL immers zesde).De 4x100-ploeg (Robbert Van Peer, Bart Claessens, Koen Wagemans en Bert Cordeel) deed wat ze kon en werd tiende (tijd nog niet bekend).De 4x400 moest ons meer opbrengen. Koen Wagemans en Brian Van den Bossche zorgden ervoor dat Kristof Beyens in vierde positie aan zijn wedstrijd kon beginnen. Al snel ging hij DCLA voorbij, om in de buurt van VAC te eindigen. Arnaud Ghislain was toen al vertrokken en buiten schot. Pete Coley nam het tegen Nils Duerinck op voor de tweede plaats. Geen sinecure. Pete hing voortdurend op enkele meters, en eindigde ondanks een sterk eindschot als derde. De tijd moet ergens tussen 3’17 en 3’18 zitten (officieel nog niet bekend).SMAC scoorde minder in de aflossingen, zodat AC Herentals zich bij de mannen alle categorieën de op vijf na beste club van ’t land mag noemen. Dat is even goed als in 2003, toen we voor ’t eerst in de hoogste afdeling aantraden.1. RFCL – 182 ptn2. RESC – 171 ptn3. DCLA – 170 ptn4. VAC – 146 ptn5. VOLH – 144 ptn6. ACHL – 126,57. SMAC – 124 ptn8. CABW – 110 ptn9. FLAC – 109 ptn10. MOHA – 102 ptn11. RCG – 99 ptn12. AT84 – 93 ptnEr werden enkele klachten ingediend (tegen VAC en RFCL), zodat deze uitslag nog ietwat kan veranderen. Op ons resultaat zal dat echter weinig invloed hebben.[i]ACH[/i]